De neurotransmitter endorfine stimuleert (indirect) en remt (direct) de afgifte van dopamine.
Als een elektrisch signaal bij het endorfine neuron aankomt, versmelten de blaasjes met de wand van het neuron. De endorfines binden zich aan het GABA neuron. Na binding wordt de boodschap doorgegeven. Deze boodschap heeft als gevolg dat de afgifte van GABA wordt geremd.
De endorfines verlaten de receptor en worden onmiddellijk afgebroken.