Wanneer gestopt wordt met roken is er geen nicotine meer aanwezig in de hersenen. De ongevoeligheid veroorzaakt door nicotine verdwijnt en de acetylcholinereceptoren worden weer gewoon geactiveerd door acetylcholine.
Er zijn echter veel meer receptoren dan voor begonnen werd met roken, dus er worden veel meer boodschappen doorgegeven. Hierdoor ontvangen de neuronen veel prikkels en zijn ze heel actief. Dit heeft ontwenningsverschijnselen zoals onrust, irritatie, angst, slapeloosheid, depressie en concentratiemoeilijkheden tot gevolg.